Wat een plotselinge aandacht voor de bierwereld. In diverse dagbladen en op meerdere websites konden we lezen dat de bierwereld in crisis verkeert. Artikelen met prikkelende doorklikstimuli, zoals: “Het kon niet op, maar nu vallen kleine bierbrouwerijen achter elkaar om: wat is er aan de hand?” Bier-expert Gerard Molenaar geeft zijn visie: gaat het echt zo slecht?
Tijd voor een reality check. Gaat het echt zo slecht? Ja, er zijn een paar opvallende faillissementen. De Apeldoornse brouwerij De Vlijt en bierbrouwerij De Leckere uit Utrecht gingen failliet. Verder stoppen sommige brouwers er gewoon mee.
Natuurlijk is er wel iets aan de hand, maar het is een mix van factoren en nog zeker geen shake out. Kijk maar even op nederlandsebiercultuur.nl. Vorig jaar vlakte de groei af. Er kwamen netto ‘maar’ 16 brouwerijen bij: 63 stopten ermee en 79 schreven zich in bij de KvK. Dit jaar staat de teller (peildatum 15 juni) op 14 sluitingen en 18 nieuwe brouwerijen. Gewoon groei dus. Niets aan de hand, zou je zeggen.
Als de situatie echt zo dramatisch zou zijn als de kranten in hun ‘ramptoerisme’ weergeven, zou er geen nieuwe brouwerij meer openen. De cijfers vertellen een ander verhaal. Dat wil niet zeggen dat er niets aan de hand is, want wat is het verhaal achter de cijfers? Bijna 950 brouwerijen betekent gewoon forse concurrentie. Neem daarbij de door hoge inflatie zuiniger geworden consument, de sterk gestegen grondstoffenprijzen en voor veel brouwers de uitgestelde belastingen als gevolg van coronamaatregelen en je hebt een nare mix. Een brouwer vertelde onlangs dat hij twee keer zoveel bier verkoopt als een jaar geleden, maar toch verlies draait. De exorbitante gestegen grondstoffenprijzen zijn niet door te berekenen. Hij vertelde ook dat veel collega’s in dezelfde zorgwekkende situatie zitten.
De tekst gaat verder onder de foto.
Voor brouwers die het in deeltijd deden, naast een baan in loondienst, is het dan een kleine stap om te stoppen. Soms schrijven ze zich niet eens uit bij de KvK, zodat ze nog steeds geregistreerd staan als actieve brouwerij. We weten dus niet hoe groot het werkelijke aantal actieve brouwerijen is. Voor brouwers die ervan moeten leven, is de situatie vrij dramatisch.
Wat de media ook schrijven, de variatie in het bieraanbod is groter dan ooit. Dat wel. De horeca staat ook voor een uitdaging in dit verhaal, sowieso door de gestegen prijs van pils. Maar de rest van je bierkaart? Gooi je bieren met te kleine marges van de kaart of kies je voor een gevarieerd aanbod? Het zou mooi zijn als de horeca kleine lokale en regionale brouwers niet laat vallen, omdat ze hun prijzen moeten verhogen. Een brouwer vertelde onlangs dat hij niet alle gestegen kosten doorrekent in zijn prijs naar de horeca, omdat hij anders niet op de kaart komt met zijn bieren. Iemand moet de rekening betalen. Het klinkt misschien idealistisch, maar het zou mooi zijn als je die samen betaalt. Juist door unieke samenwerking met kleine bierbrouwerijen kan horeca met een hart voor bier zich onderscheiden.
Gerard is biersommelier, schrijft voor Entree over bier en verzorgt maandelijks deze rubriek. Hij is ook betrokken bij de verkiezing Huisbier van het Jaar.