We kunnen deze perfect storm zien als een mooi moment om het publiek op te gaan voeden. Om mensen te laten inzien dat ze niet alleen betalen voor het eten op hun bord, maar ook voor het comfort van die kaars die brandt, die warme, droge plek waar ze zitten, die kelner die aan hun tafel staat. Veel gasten beseffen helemaal niet dat álles wat ze zien in een horecazaak, geld kost. Ik durf daarom ook te zeggen dat de horeca in Nederland in mijn ogen te goedkoop is. Het publiek moet alleen, zoals in mediterrane landen, nog beter leren om geld buiten de deur uit te geven.
Beleving, dát is ons product. De horeca is uitgaan met vrienden, een mooie avond hebben, iets bijzonders beleven. Als mensen ons te duur vinden, leveren we geen goed product. Niet het biertje is dan te duur, maar de beleving is te duur.
We kunnen de prijsstijgingen natuurlijk ook enigszins dempen met slimmer ondernemen, sterker kijken naar waar we kunnen besparen. Er zijn grondstoffen en producten die niet in prijs stijgen. Wat vroeger naar Rusland werd geëxporteerd, hebben we nu in overvloed: als je met die producten werkt, kun je hier en daar echt wel voordeliger inkopen. Ook kun je sneller en beter focussen op energiebesparing en kun je personeel slimmer inzetten om de prijsstijging te compenseren. Maar in het besef dat de horeca beleving verkoopt, valt de grootste winst te behalen.