Kopje koffie of thee? Dit is waarschijnlijk een van de meest gestelde vragen in Nederland. En terecht. Koffie is samen met thee immers het meest trouwe product in de horeca. De productgroep frisdrank is relevant vanaf 11.00 uur. Bier en wijn vanaf pak hem beet 14.00 uur. Sterk alcoholisch nog later. Koffie is er altijd. Van vroeg in de ochtend, tot laat in de avond. Op enkele plekken zelfs tot diep in de nacht.
Het begint en eindigt vaak met koffie. Dit heeft onder andere te maken met een aantal bijzondere aspecten die het product met zich meebrengt. Koffie is warm. En mensen vinden het nu eenmaal fijn een warme drank te drinken om diverse redenen. Koffie wekt op. De cafeïne geeft onze zenuwen kleine korte impulsen. Hierdoor krijgen we prikkels en worden we scherp. Koffie is lekker en heeft, mits goed bereid, een enorm scala aan smaken. Net als bijvoorbeeld wijn. Maar één van de allerbelangrijkste toegevoegde waarden van koffie is dat het een sociale functie heeft. Een bakkie doen. Wie kent het niet.
Dus ondanks het feit dat we in de late jaren 50 de Italiaanse zetmethode ‘espresso’ zijn gaan omarmen, en later massaal zijn gaan adopteren, blijven wij sociale koffiedrinkers. Samen. Thuis aan de keukentafel. Op het werk bij de koffieautomaat, en gelukkig steeds vaker bij de barista. Maar ook aan de dinertafel in het restaurant. Helaas, zou ik bijna zeggen, heb ik er zelf nooit iets mee gehad. Koffie na een goed verzorgd diner. Thuis gek genoeg wel, maar in de horeca niet. Dit heeft te maken met het moment en de rol van koffie. Thuis, na het eten, is koffie een perfecte overgang naar de avond. Kinderen naar bed brengen. Nog wat werken en televisie kijken, en dan naar bed. In de horeca vind ik koffie na het dessert een dooddoener. Een sfeerspons. Mits je meteen na het diner naar bed gaat, maar meestal volgt er daarna nog een avondprogramma. Dan is een stevige espresso of volle cappuccino (ja, het gebeurt nog) geen fijne overgang.
Er zijn alternatieven. Verreweg de meest interessante is de Espresso Martini. Ooit ontstaan toen een talentvol model diep in de nacht in Engeland aan bartender Dick Bradsell vroeg: ‘I need something that wake me up, and fuck me up!’ Dick maakte voor haar een espresso met wodka en koffielikeur. Later beter bekend als de Espresso Martini. De naam heeft overigens niets te maken met het ingrediënt Martini. Het zit hem in het martiniglas waarin het drankje wordt geserveerd. Espresso, wodka, koffielikeur en suikerwater. Dat is het. Goed shaken en strainen. Bovenop de schuimlaag komen drie koffieboontjes ter decoratie. Deze staan voor: geloof, hoop en liefde. En dat is dan weer heel sociaal!
Jeroen