Steeds vaker beginnen trends niet in buitenlandse metropolen, maar in Nederland.
Tekst: Iris Kranenburg
Veel trends beginnen in steden zoals New York en via Londen bereiken ze vervolgens het Europese vasteland. Maar dat is niet altijd het geval. Sterker nog, de omgekeerde route komt ook steeds vaker voor. Net als in het verleden. Niet voor niets is New York ooit ontstaan uit Nieuw-Amsterdam. En nog steeds jagen Nederlanders wereldwijd trends aan.
Neem bijvoorbeeld citizenM, opgericht door drie Nederlanders. Met een ijzersterke en zorgvuldig uitgedachte filosofie – betaalbare luxe voor de ‘mobiele wereldburger’ – richtten de ondernemers zich elf jaar geleden als een van de eersten op stijlvolle, maar functionele micro rooms én zetten zij de lobby neer als bruisende living room en coworking space. Dat sloeg en slaat aan: de hotelketen heeft vestigingen in onder andere Rotterdam, Amsterdam, New York, Londen, Kopenhagen en Shanghai. En met het onlangs gekregen groeigeld van 1,5 miljard euro gaat de spectaculaire expansie van het überhippe merk de komende jaren zeker door. Maar er zijn meer Nederlandse ondernemingen die in dit rijtje passen. Zoals The Avocado Show (Amsterdam en Brussel) van Ron Simpson en Julien Zaal, die al voor de opening een internationale hit was. Of neem Zoku (Amsterdam en binnenkort Wenen en Kopenhagen) van Hans Meyer en Marc Jongerius. De pioniers creëerden een unieke ontmoetingsplek voor global nomads, met lovende internationale kritieken én prijzen tot gevolg. Tot slot The Student Hotel (THS) van de Schotse Charlie MacGregor. Oké, geen Nederlander, maar wél bouwde hij een THS-imperium in ons land, gevolgd door Europese locaties.
Het zijn stuk voor stuk Nederlandse concepten die de toon zetten voor internationale ontwikkelingen. Voor inspirerende concepten hoef je dus niet per se naar het buitenland. Al is er natuurlijk niks mis mee om dat wél te doen. Laat je daarom bij ons inspireren door Nederlandse én New Yorkse horecaprofessionals.
.jpg)
