Kaapse Brouwers: Rotterdams én ambitieus
In een voormalige havenpand aan de Rotterdamse Keilestraat staat een brouwerij die uit z’n voegen barst. Bij Kaapse Brouwers ontstaan bieren die in eerste instantie voor Rotterdammers zijn gebrouwen, maar die je landelijk kan proeven én in de drie horecabedrijven van de brouwerij (Kaapse Maria, Kaapse Kaap, en Kaapse Will'ns in Rotterdam). Een gesprek met oprichter en grootaandeelhouder Tsjomme Zijlstra.
Tekst: Gerard Molenaar
Het is 2014 en Tsjomme Zijlstra, terug uit Londen, organiseert een bier & foodpairing bij het Rotterdamse café Boudewijn. Daar ontmoet hij Menno Olivier en John Brus van brouwerij De Molen. De brouwerij uit Bodegraven is dan al internationaal een begrip. Tsjomme vertelt over zijn plannen om te gaan brouwen. Een locatie heeft hij al. Na het gesprek is er wederzijds interesse gewekt en om een lang verhaal kort te maken: gezamenlijk zetten ze Kaapse Brouwers op. Op de oude brouwinstallatie van De Molen gaat Tsjomme met Etienne Vermeulen in de Fenix Food Factory bieren brouwen voor lokale consumptie. In Bodegraven brouwen ze de bieren voor retail en horeca.
Tekst loopt door onder foto
Tsjomme Zijsltra (l.) en Etienne Vermeulen
Craftliefde in Londen
De interesse voor bier ontstaat bij Tsjomme Zijlstra als hij in Rotterdam filosofie studeert. Hij werkt in cafés als De Koophandel en Het Doelencafé. Als zijn vriendin tijdelijk naar Londen verhuist, gaat hij mee. In Londen slaat de vonk van craftbeer over. Hij werkt er bij een bar en ontdekt IPA’s en Barley Wines. De betreffende bar, in de buurt van Borough Food Market heeft 15 kranen en drie handpompen. De mensen van brouwerijen als Brewdog, Magic Rock and Thornbridge komen er zelf hun bier brengen.
Ook de markt zelf is voor Zijlstra een openbaring die hem nieuwe smaken brengt. Eenmaal terug in Rotterdam, vindt hij het daar maar een saaie bedoening. Hij gaat aan de slag bij café Boudewijn en ontmoet daar de mannen van De Molen. Saai is het nooit meer geworden.
Nieuwe start
“In de oude situatie was ik een merk aan het bouwen zonder eigen brouwerij en dat wilde ik niet”, zegt Zijlstra. Toen Swinkels Family Brewers in 2019 De Molen overnam was voor mij duidelijk dat we daarin niet mee zouden gaan met Kaapse Brouwers. Geneviève Vachon, die verantwoordelijk is voor onze horeca, Etienne Vermeulen en ik kochten Menno en John uit.”
Een nieuwe start dus voor de brouwerij. Er moest geïnvesteerd worden in een eigen productiebrouwerij en een nieuwe taproom op de nieuwe locatie van de Fenix Food Factory, niet ver van de oude. Geen van de drie aandeelhouders kon vermoeden wat hen spoedig te wachten stond: een opstart in een tijd met horecasluitingen. Maar de Kaapse, inmiddels een sterk merk, overleefde het, mede door goede verkrijgbaarheid in de retail.
Horeca
De Kaapse Maria, het restaurant waar combinaties van bier en lekker eten centraal staan, was er al sinds 2016. Op Katendrecht werd in Fenix Loods I proeflokaal Kaapse Kaap geopend en in de binnenstad, op de Nieuwe Binnenweg, opende in 2022 Kaapse Will’n. Zijlstra: “Dat moest een moderne versie van een bruin café worden, met kwaliteitsproducten zonder sterallures en de barvrouw en barman als ster van het café.”
Tekst loopt door onder foto
Kwaliteit staat op een en daarom heeft de brouwerij een eigen kwaliteitslab.
Echt Rotterdams
Anno 2023 is Kaapse Brouwers een echt Rotterdamse brouwerij die op de huidige locatie alweer uit zijn jasje groeit. Met drie prachtige horecazaken op karakteristieke locaties in Rotterdam, kan je spreken van een Rotterdams merk.
Een groot deel van het bier gaat dus via lokale retail en de eigen horeca naar de Rotterdamse bierdrinkers, maar de ambitie is om door te groeien zodat ook buiten Rotterdam groei mogelijk is. Dat lukt goed, door onder meer de introductie van een nieuw verpakkingsdesign. Alleen al de rotatie bij de landelijke Albert Heijn-vestigingen verdubbelde. Na de introductie van de nieuwe verpakkingen, eerder dit jaar, steeg de verkoop met 30%.
Tekst loopt door onder foto
Een greep uit de vele bieren van Kaapse. Hier nog in de oude verpakkingen.
Fake is vijand
In de brouwerij is de voertaal Engels. Wat meteen opvalt is het kwaliteitslab. Essentieel, vindt Zijlstra. “Voor ons staat kwaliteit op 1.” Naast een flink aantal vergistings- en lagertanks zijn er behoorlijk wat vaten beschikbaar voor het barrel aged programma. Met nieuwe verpakkingen en groeiende verkoopcijfers, staat de brouwerij er goed voor zou je denken. Zijlstra nuanceert dat. “We zitten midden in veranderingen en de grote vraag na COVID is wat het nieuwe normaal is. Grote brouwers stappen in craft of in fake craft.”
Zijlstra windt zich op over een bier in de supermarkt met een verpakkingsdesign dat sterk lijkt op dat van een collega craftbrouwer, maar in feite niet meer is dan een hip merk met crafty uitstraling van een ‘big beer’ merkeigenaar zonder eigen ketels. “Het is fake en dat is wel onze grootste vijand, want mensen die dit drinken krijgen toch een verkeerd beeld van wat craft is. Het is toch al een complexe tijd, want door de enorme gestegen grondstoffenprijzen en loonkosten leiden onze verkoopsuccessen niet tot winst. Op dit moment zijn onze kosten het grote probleem, terwijl we in de brouwerij met 10 medewerkers een heel goede omzet draaien. Sinds vorig jaar zijn we 45% gegroeid.”
Goed nieuws dus dat in feite overschaduwd wordt door lastig door te berekenen kosten. De succesvolle eigen horeca en de uitstekende verkoopcijfers geven Zijlstra echter een positief gevoel over de toekomst.
Tekst loopt door onder foto
De brouwerij heeft een uitgebreid programma barrel aged bieren
Lokale profilering
Tijd om het over de bieren te hebben. Voor Zijlstra is lokaal het belangrijkste woord. Alles draait om een lokale profilering en dat is terug te zien in de namen van de bieren bijvoorbeeld. “Toen wij in 2014 begonnen was er nog niets* in Rotterdam. Stouts en ipa’s werden er niet gebrouwen. Dat gat wilden wij vullen met echt Rotterdamse bieren. We wilden hier nieuwe stijlen introduceren. Via internationale collabs wilden we ambassadeurs van Rotterdam zijn en ondertussen veel leren. Dat is ook wat Etiënne en mij verbindt, dat we altijd beter willen worden en altijd willen blijven leren."
"Daarom ook hebben we een eigen laboratorium en een kwalitatief uitstekende afvullijn en gebruiken we kwaliteitsingrediënten. Kwaliteit is de basis van alles. Dat we ons zo op de lokale markt richten, zegt niet dat we niet landelijk verkrijgbaar willen zijn, want dat verloopt gewoon via de groothandels. Maar wij willen er in de eerste plaats zijn voor deze stad en daarom vinden wij de korte keten ook zo belangrijk. Ik denk er zelfs over om een fonds op te richten om de korte keten te steunen, dus te zorgen dat overal in de stad lokale bieren verkrijgbaar zijn.”
Traditionele stijlen
“Wij gaan nooit pils maken, riep ik vroeger achter de bar. Maar later ontdekte ik dat stijlen als pils en blond helemaal niet slecht hoeven te zijn”, vertelt Zijlstra. “Als je als craftbrouwer de industriële blond en pils uit je hoofd zet, kan je interessante bieren brouwen. Alle craftbrouwers hebben wel een stout, een saison en een IPA, maar ik vind dat je ook traditionele bierstijlen moet brouwen."
"We doen dat wel met onze eigen twist. Zo maken we Kaapse Theresia, een smoked helles en Kaapse Nelis, een craft pils. Ons vlaggenschip is Kaapse Karel, een Rotterdamse Session IPA die steeds gegroeid is in kwaliteit. Het begint echt een succes te worden. Ieder jaar komt er een speciale editie van Kaapse Karel, Kaapse Karel on Steroïds. Dit jaar is het de Phantasm-edition.”
Naast de zeven core-range bieren, zijn er de seizoensbieren en de veel collabs met gerenommeerde brouwerijen, zoals dit jaar met Cantina Errante uit Italië. Over een ding is Zijlstra duidelijk: je moet wel een identiteit hebben. “Als je alles maakt, wie ben je dan?”
Tekst loopt door onder foto
Verder groeien
Op dit moment is investeren een probleem, doordat de marge onder druk staat, maar gezien de groeicijfers heerst er ook optimisme. Op de vraag waar de brouwerij over 3 jaar staat, geeft Zijlstra zijn visie. “Onafhankelijkheid is voor ons heel belangrijk. We gaan de komende drie jaar verder groeien, maar niet op deze locatie. Een ander doel is een retailproject, waarbij we één bier echt groot willen gaan maken. Misschien moeten we daarvoor opschalen naar twee brouwerijen. We willen ook kijken of we een pand kunnen kopen op een mooie locatie om brouwerij en horeca te vestigen met de sfeer van de oude Fenix.”
Ambities genoeg dus, maar altijd met de intentie om 100% Rotterdams te zijn en lokaal belangrijk te zijn voor de horeca. “We blijven vooral bier brouwen omdat wij dat willen. Bier van de hoogste kwaliteit. Onze ziel en zaligheid zit erin. Écht, dat is het kernwoord. En Rotterdam heeft een goede neus voor echt.”
*In 2014 werd ook brouwerij Noordt opgericht
Lees hier meer over de nieuwe verpakkingen van Kaapse Brouwers.
Schrijf je gratis in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks:
- De nieuwste trends en ontwikkelingen binnen de Horeca
- Culinaire en interieur inspiratie
- Exclusieve content zoals: artikelen, interviews en ondernemersverhalen