Onderscheid je met aanbod van lokale en regionale bieren

Problemen

Een trendverhaal over de biermarkt anno 2024 is lastig, omdat we midden in een onzekere marktsituatie zijn beland. Neem de uitgestelde belastingen na de coronasluitingen. Die moesten vroeg of laat worden terugbetaald. En laat, dat betekent nu.

Het probleem is echter dat de cashflow bij veel kleine brouwerijen te wensen overlaat na de moeilijke coronaperiode. Bovendien hebben ze andere zorgen op dit moment, want de grondstoffenprijzen zijn na corona enorm gestegen. En dan gaat het echt in sommige gevallen over tientallen procenten. Van mout en hop tot verpakkingsmaterialen.

Of dat al niet erg genoeg is, doet ook de overheid er nog een schepje bovenop. Door een nieuwe methode toe te passen voor het berekenen van de bieraccijnzen. Deze pakken met name voor kleine brouwerijen, die veel zware bieren in hun portfolio hebben, zeer negatief uit. En dan is er nog de gewraakte accijnsverhoging die op de valreep van de aangekondigde 16% werd teruggedraaid naar 8% door ingrijpen van de Tweede Kamer.

Neem dat alles bij elkaar en je begrijpt dat er kleine brouwerijen failliet gaan. En toch, als we de statistieken van de Stichting Nederlandse Biercultuur erbij pakken, dan blijkt dat er in 2023 qua aantallen nauwelijks iets is veranderd. De teller stond aan het einde van het jaar nog altijd rond de 940 brouwerijen. Er sluiten brouwerijen, maar er komen toch ook steeds weer nieuwe bij.

*Tekst gaat verder onder het grijze kader en de foto

Warm en koud

Maar aantallen zeggen helemaal niets. Het is niet duidelijk of alle brouwers die ermee stoppen, zich ook bij de Kamer van Koophandel uitschrijven. De vraag is hoe het met de brouwers gaat en hoe kansrijk ze zijn. Je zou het dus de leverbetrouwbaarheid kunnen noemen, als je bieren van kleine brouwers op de kaart hebt staan.

Maar belangrijker nog is de vraag hoe goed en geliefd hun bieren zijn. Dan is het goed meteen onderscheid te maken tussen wat we wel de warme brouwers noemen: zij die over hun eigen brouwinstallatie beschikken en dus zwaar investeren, en de koude brouwers die soms ook wat badinerend laptopbrouwers worden genoemd. Dit zijn brouwerijen die een website hebben en vaak ook een webshop en soms zelfs een proeflokaal, maar die hun bieren elders brouwen of laten brouwen.

Bird Brewery en Lowlander zijn bekende voorbeelden. Maar kwalitatief maakt het niet uit of je warme of koude brouwer bent. Liever een hoogwaardig bier van een huurbrouwer op de bierkaart, dan een kwalitatief matig bier van een ‘warme’ brouwer.

*Tekst gaat verder onder de foto's

Faillissementen

In 2023 zijn er een aantal bekende brouwers failliet gegaan, zoals de Tilburgse brouwerijen Kraft Stadsbrouwerij 013. Maar ook bijvoorbeeld de Utrechtse brouwerij De Leckere, die in november een doorstart maakte als huurbrouwer. Dat laatste is pikant, want De Leckere brouwde ook bieren voor andere brouwers zonder eigen ketels en was dus ook een loonbrouwerij. De huurbrouwers zijn er nog, maar de warme brouwerij De Leckere ging failliet en komt nu terug als huurbrouwer, overigens met de intentie om ooit weer zelf te gaan brouwen.

De bierwereld heeft het dus moeilijk. Het is duidelijk dat kleine brouwerijen met eigen horeca minder kwetsbaar zijn, dan brouwers die al het bier via retail en horeca moeten verkopen. Jos Oostendorp, voorzit- ter van CRAFT, constateerde dit najaar dat de kleine brouwerijen veerkrachtig zijn.

Bierprijzen

Hoeveel mag een glas bier kosten? Dat is de vraag die veel horecaondernemers bezig houdt. Een glas pils, nog altijd het meest gedronken in de horeca, gaat richting de vier euro bij veel horecazaken, terwijl andere stijlen dan pils bij veel zaken niet meer onder de vijf euro op de kaart staan. De grote vraag is waar voor de consument de grens van het acceptabele ligt.

Horecaondernemer Ton Vergeer uit Gouda vertelde afgelopen najaar in Entree 3,40 euro voor een glas pils (25cl) te vragen. Naar zijn mening is 3,50 euro een psychologische grens. Voor andere bieren ligt dat overigens anders. Vergeer: “Toen ik onlangs wat bieren zag die de bedrijfsleider van mijn café BarBier had ingekocht, schrok ik wel even van de prijzen."

"Maar hij verzekerde mij dat de gasten voor deze bieren, bijvoorbeeld speciale Amerikaanse IPA’s en New England IPA’s, zonder problemen 7,50 tot acht euro neerleggen. De mensen betalen het gewoon.” De hoge pilsprijs maakt het misschien voor gasten wel aantrekkelijker een speciaalbier te bestellen, verwachten sommige horecaondernemers."

*Tekst gaat verder onder de foto

Onderscheiden met lokaal bier

De afgelopen jaren heeft de horeca de mogelijkheid gekregen zich te onderscheiden met lokale en regionale bieren. Voor gasten is er niets leuker dan verrast te worden met lokale dranken en gerechten. Samenwerking met lokale en regionale producenten, dus ook bierbrouwers, kan voor een horecazaak een sterke troef zijn.

In gesprek gaan met brouwers loont. Samen iets organiseren, een speciaal bier laten ontwikkelen, misschien zelfs een huisbier, is een van de vele mogelijkheden. Met zo’n 940 brouwerijen, verspreid over heel Nederland, heeft de horeca mogelijkheden die er nooit eerder waren. Brouwerijen waren nooit zó nabij en zo toegankelijk. Dat biedt in 2024 mooie kansen.