Mark Hanssen is pas sinds begin dit jaar horecadirecteur bij Bierbrouwerij AB InBev, maar staat nu al voor de grootste uitdaging uit zijn carrière.
Toch oogt hij energiek, ondanks de zware omstandigheden voor de brouwerij en de afnemers in de horeca. “We kunnen dit niet alleen oplossen. De pijn moet door de hele keten.”
Tekst: Gerard Molenaar
Zoom is deze dagen hét medium voor een interview met beeld. Een handig hulpmiddel in deze tijd van sociale afstand. Twee dagen voor het gesprek zat Hanssen met een afvaardiging van KHN en Nederlandse Brouwers – zijn Heineken-collega Marc Jitta en Lucie Wigboldus, directeur van Nederlandse Brouwers, bij minister Wiebes en staatssecretaris Keijzer aan tafel. Want hoewel de steunmaatregelen van enkele brouwers aan de horeca worden gewaardeerd in Den Haag, is duidelijk dat er meer nodig is.
Maar eerst blikken we even terug naar 15 maart. “Het is een hele dynamische tijd. Als de handel plotseling teruggaat tot nul dan gaan de besluiten meteen naar 100%. Ik ben dan ook meteen in actie gekomen. Het is hard werken en hard denken en snel acteren. Wij hebben meteen gekozen voor 100% duidelijkheid naar de markt. Dit is een marathon en geen sprint want je moet veel verder denken dan 28 april.”
Anderhalve-meter-economie
Hanssen en zijn team zijn nu bezig met de nabije toekomst. Het gaat om wat de anderhalve-meter-economie wordt genoemd. “Denk niet dat straks op 28 april alles weer gewoon is en dat de horeca dan in één keer open gaat. Ik denk dat we nog heel lang na 28 april te maken hebben met sociale afstand en dat bijvoorbeeld bepaalde horecazaken mogen openen als ze zorgen dat er voldoende afstand is tussen de gasten. Dat betekent meteen dat horecazaken waar dat niet mogelijk is, zoals een kleine bruine kroeg, waarschijnlijk nog langer dicht zullen zijn. En stel dat die opening meteen na 28 april mogelijk zou zijn, dan betekent dat dat de horeca anders moet gaan inrichten en dat bijvoorbeeld de looproutes op een terras moeten worden aangepast en dat de tafels en stoelen ver uit elkaar staan. Daarin denken wij nu al actief mee want uiteindelijk gaat het erom dat we met z’n allen weer goed kunnen opstarten.”
“Mooiste horecastad”
Meteen na de horecasluiting nam burgemeester Depla van Breda het initiatief voor een gesprek met de bierbrouwers en de lokale afdeling van Koninklijke Horeca in Breda. Ze gingen gezamenlijk in gesprek met de wethouder en de vastgoedeigenaren. “Ik vond het goed om te zien dat burgemeester Depla zoveel hart heeft voor de Bredase horeca. Hij vindt dat Breda de mooiste horecastad van Nederland is en zei dat de glans er niet van af mag gaan. De conclusie van dat gesprek was dat alle partijen nodig zijn.”
Na twee intensieve meetings was de conclusie voor Mark Hanssen duidelijk: “De pijn moet door de keten heen. Alle partijen moeten een constructieve houding hebben en de pijn verdelen. We moeten dit met elkaar doen.”
Onbuigzame verhuurders
Afgelopen woensdag 1 april zat Hanssen dus met KHN-voorzitter Robert Willemsen en KHN-directeur Dirk Beljaarts, en Nederlandse Brouwers in Den Haag. De aanleiding voor dat gesprek is het feit dat de horeca nul inkomsten heeft maar dat veel verhuurders niet willen helpen door tijdelijk de huur te verlagen of kwijt te schelden. Dat was voor Koninklijke Horeca reden om dit gesprek in bijzijn van de Nederlandse brouwerijen te gaan voeren. Brouwerijen zijn vaak belangrijke gesprekspartners als het gaat om de huur.
Huuruitstel
“Wij hebben 8000 klanten in de Nederlandse horeca en voor 750 daarvan zijn wij de tussenhuurder”, legt Hanssen uit. De brouwerij huurt de panden van de vastgoedeigenaren en verhuurt die aan klanten. Die hebben uitstel van betaling gekregen van Bierbrouwerij AB InBev, naast andere hulpmaatregelen. Het gaat dus om nog geen 10% van de klanten. “Maar dat betekent wel dat wij met veel verhuurders in gesprek willen gaan om een oplossing te zoeken. Wij hebben onze huurders uitstel van betaling gegeven zodat er meer tijd is om een oplossing te zoeken en voor een goede oplossing is gewoon tijd nodig. Het codewoord in deze situatie is samen. Dat geldt voor ons team hier bij Bierbrouwerij AB InBev intern maar ook als hele sector met elkaar.”
Pijn eerlijk verdelen
Hanssen is duidelijk. “Het is een illusie te denken dat op 28 april de horeca van de ene op de andere dag weer 100% open gaat. Minister Wiebes maakte bij het gesprek duidelijk dat het ketendenken heel erg belangrijk is en dat er een 1,5-meter economie moet worden opgestart.”
Wat Hanssen belangrijk vindt is dat de pijn eerlijk wordt verdeeld door de keten. “Alle verhuurders moeten meewerken en niet alleen de brouwerijen. En ook andere toeleveranciers zullen een deel van de pijn moeten dragen en de horeca ondernemers zelf ook. We kunnen dit als brouwers niet alleen. De hele keten zal de pijn moeten dragen, hoe vervelend dat ook is voor iedereen. Samen is nu het sleutelwoord.
Hanssen heeft dit moment veel contact met collega’s en ook via Nederlandse Brouwers heeft hij veel overleg. “Kijk ik naar Bierbrouwerij AB InBev dan hebben we veel kunnen leren van ons Chinese team. Zij hebben ons geleerd hoe ze door de hele crisis zijn heengegaan. Dit raakt de hele business voor de rest van het jaar. We kunnen niet meer alles doen wat we wilden doen en onze oorspronkelijke plannen voor 2020 voor de horeca zijn van de baan. In feite zijn we continu aan het nadenken over de vraag: hoe komen we terug?”
Blijvende verandering
Hanssen ziet bij de merken van de brouwerij in de retail op dit moment de belangstelling voor pils iets teruglopen terwijl er veel meer speciaalbier wordt verkocht en ook veel meer alcoholvrij. Hij verklaart dat door de wens van veel consumenten om gezonder te leven en dus alcoholvrij te gaan terwijl juist andere consumenten nu willen gaan genieten en daarom speciaalbier kopen. “Ik denk dat we heel veel leren van deze crisis en dat we straks het veel meer gaan waarderen dat we zomaar uit eten kunnen gaan. We zullen meer en bewuster gaan genieten en daar past dan misschien ook eerder een speciaalbier bij dan een pils. De kans is groot dat dat blijvend zal veranderen. Mensen zullen dankbaar zijn dat ze uit eten kunnen. Niets is meer vanzelfsprekend. “
Het zou Hanssen ook niet verbazen als een aantal zaken deze crisis niet overleeft. “Ik hoop dat iedereen overblijft blijft maar als dat niet zo is, dan hoop ik in ieder geval dat we straks weer een gezonde horeca hebben.”
Eerlijk zijn
Hoewel de situatie bepaald niet eenvoudig is, merkt Hanssen at hij veel energie krijgt. “Niet van de problemen maar wel om moeilijke gesprekken aan te gaan en problemen op te lossen. En daar hoort ook eerlijkheid bij, dus ook gewoon tegen onze klanten ‘nee’ zeggen als we echt niet kunnen helpen, terwijl we daar waar mogelijk, natuurlijk wel helpen. Dat doen we inderdaad door biertanks leeg te halen en straks weer gratis te vullen, en we helpen ook met uitstelregelingen.”
Wat Hanssen tijdens het gesprek meerdere keren benadrukt is dat hij het vooral belangrijk vindt dat iedereen zijn steentje bijdraagt in de keten en dat niet een paar leveranciers de klappen gaan opvangen. “We moeten dit met zijn allen doen en ik wil graag dat er meer mensen binnen de keten opstaan. Ik geloof dat er een mooie toekomst is voor de horeca en wij willen met onze bieren onderdeel zijn van die mooie ambiance. Het zal allemaal niet makkelijk zijn, maar we gaan dit fiksen.”
.jpg)