Chef-kok Eveline Wu: 'Later ga ik uitslapen en lezen ...'
Eveline Wu (47) is chef-kok, tv-kok bij 24Kitchen en eigenaar van tien restaurants (waaronder de MOOD-keten) in Brabant, Limburg en Zuid-Holland. Een portret aan de hand van steekwoorden over onder meer arbeidsethos, familie, stroopwafels en kaas, een zaak in China en snakken naar lui-zijn.
Tekst: Kristi Houtkamp
Foto’s: Pim Ras
Familie
“In China woonden we met de hele familie in een enorm huis. Mijn grootvader was zakenman en heel rijk. Het ontbrak ons aan niets. We hadden nanny’s, bedienden, chauffeurs die ons naar school reden, en meerdere koks die dagelijks het eten voor twintig man bereidden. Elke avond stond er vlees, vis, groenten en fruit op tafel. Ook mijn oma en moeder kookten. Ik vond het heerlijk om af en toe mee te helpen."
"Familie is belangrijk in de Chinese cultuur. Grootouders zorgen voor de kleinkinderen als de ouders werken en later draaien de rollen om. Mijn ouders wonen bij mij. Zij managen het huishouden, zorgen voor mijn kinderen, mijn twee hondjes en voor mij. Mijn vader helpt af en toe nog mee met de mise-en-place en hij slijpt de messen van al mijn zaken. Dankzij hen kan ik ondernemen, mijn droom waarmaken en daar ben ik ze heel dankbaar voor.”
Woordenboeken
“Aan het zorgeloze en luxeleventje dat ik had in China kwam voor mij op 15-jarige leeftijd een einde. We verhuisden naar Nederland. In Brabant had mijn tante een restaurant, waar mijn vader als chef-kok aan de slag ging. We woonden boven het restaurant. Iedere middag moest ik na schooltijd meehelpen in de keuken: afwassen, bestellingen inpakken, serveren. Ik had zo’n heimwee. Sprak de taal niet, dacht aan mijn vrienden in China, op school lukte het niet. Ik vond het verschrikkelijk hier. Tot ik de knop kon omzetten en weer wat zelfvertrouwen kreeg. Met woordenboeken pakte ik het Nederlands op en ondertussen leerde mijn vader mij heel lekker koken.”
Stroopwafels
“Chinezen krijgen het al jong mee: een hoog arbeidsethos. Werken, geld verdienen, sparen en durven dromen van een eigen zaak. Ook ik weet niet beter. Vakantie, weekend? Dat kenden wij helemaal niet. Mijn ouders namen mij en mijn zusje nooit mee op vakantie. Ze werkten altijd. Ik heb het ondernemersbloed van mijn opa, denk ik. Al jong zag ik kansen. Op mijn 22ste opende ik mijn eerste restaurant in Heerlen. Een wokrestaurant. Samen met mijn vader bereidde ik er de lekkerste verse gerechten. Het was meteen een succes. Nederland leerde mij stroopwafels, kaas en haring met ui eten en ik leerde Nederland wokken. Als ik toen had geweten dat mijn concept groot zou worden gekopieerd, had ik veel meer zaken geopend.”
Buitenland
“Het is geen hebzucht – ik heb geen dure kleding en rijd nog steeds in een oude Jeep - ook geen bewijsdrang, ik heb gewoon zoveel ideeën, het liefst vertaal ik ze allemaal naar horecaconcepten. Daarom open ik ook steeds weer nieuwe zaken. Als ik hoor dat er een pand vrijkomt, weet ik vaak al wat ik daar mee zou willen en welke manager het gaat runnen. 100 horecazaken, dat was een paar jaar geleden mijn ultieme doel. Een keten van restaurants met Aziatisch eten, met ook vestigingen in het buitenland. Ik zag het helemaal voor me. Het buitenland lonkt nog steeds. Samen met een partner liggen er plannen klaar voor een horecaconcept in Miami. En ook een droom: mijn MOOD-concept uitbreiden naar China. Ik wacht tot de tijd er rijp voor is.”
*Tekst gaat verder onder de foto.
Ondernemersklimaat
Het ondernemersklimaat in Nederland belemmert me op dit moment om door te groeien. Ik heb onrustig bloed en kan het maar moeilijk accepteren. Ik zie niet snel problemen hoor en kom ik ze tegen dan los ik ze gaandeweg op. Maar corona heeft er flink ingehakt. Ik heb gebruikgemaakt van diverse overheidsregelingen om al mijn (Chinese) koks te behouden, maar betaal daar nu een hoge prijs voor. Wist ik veel. Uitgestelde betalingen plus rente komen boven op de inflatie, extreem hoge inkoopprijzen voor kwaliteitsproducten, de energierekening en hogere personeelskosten. Omzet draaien we wel, maar de winst is minimaal. En wat ik verdien herinvesteer ik mijn zaken.”
Vertrouwen
“Ik eis veel van mezelf, werk alle dagen van vroeg tot laat, en weet wat er speelt. Ik heb 200 man personeel en ken iedereen. De meeste koks en managers werken al heel lang voor mij, sommige al meer dan tien jaar. Ik beschouw ze als familie. Ik geef ze vertrouwen en zij vertrouwen mij. Doorgroeimogelijkheden bied ik ze ook. Wie de capaciteiten heeft, kan altijd manager worden in een nieuw restaurant. Ook denk ik na over mede-eigenaarschap. Het belangrijkste blijft echter: onze gasten met een grote glimlach het allerlekkerste Chinese eten serveren. Want dat is waar ik voor sta, dat is wat ik in de kern nog altijd ben: dat Chinese meisje dat van lekker eten houdt en dolgraag voor anderen kookt.”
Spijt
“Je hebt geen opleiding nodig om veel te bereiken. Kijk naar mij! Toch heb ik wel spijt dat ik niet heb doorgeleerd. Op het gebied van koken leerde mijn papa me alles en mijn kennis is ook gevoed door chefs in binnen- en buitenland. Maar met cijfers ben ik een nono, echt! De administratie zelf doen was een ramp, kostte me úren. Gelukkig kan ik dat deel van het ondernemen inmiddels uitbesteden."
"Ik hoop vurig dat mijn zoon (16) en dochter (18) wel doorleren. Ik werk hard voor ze om dat mogelijk te maken. Daarnaast verlang ik wel dat ze meewerken. Ik wil dat ze het vak leren kennen en dat ze mij ooit opvolgen. Mijn dochter studeert en werkt graag in mijn zaken. Mijn zoon heeft het zwaar, vindt hij. Misschien is dat zo en eis ik te veel van hem. Hij is de zoon van de baas, dus moet hij zich bewijzen. Helaas ziet hij dat anders. Het is duidelijk dat hij in Nederland opgroeit, haha.”
Trots
“Mijn kinderen interesseren zich steeds meer voor hun Chinese afkomst – ook hun vader is Chinees – en dat vind ik fijn. Thuis spreken we Chinees met elkaar en mijn ouders en ze gaan graag mee naar China op familiebezoek. Ik maak tijd om twee keer per jaar met ze te reizen. We bezoeken steden en gaan uiteten in mooie ster(ren)restaurants. Ik vind het belangrijk dat ze hun smaken ontwikkelen. Onze gesprekken samen aan tafel of op reis, die zijn onbetaalbaar voor mij. Ik ben heel trots op ze.”
*Tekst gaat verder onder de foto's.
Balans
“Meer rust, dat zou ik wel willen. Eten is mijn grootste hobby, heel lekker eten. Direct gevolgd door slapen. Ik houd van slapen. Wat er ook speelt, dat is voor overdag. Die knop kan ik heel goed omzetten. Ik lig nooit te tobben, gelukkig. De laatste tijd denk ik na over meer balans in mijn leven. Ik ben dochter, moeder, ondernemer, baas van 200 medewerkers, chef-kok én sinds twee jaar de partner van een heel lieve man. Alles en iedereen vraagt mijn aandacht. Dat benauwt me soms, ja. Met Marc (Brouwers, red.) ben ik heel gelukkig, hij kan mij aan en bij hem kan ik ontspannen. Ook al zien we elkaar niet veel. Hij is ook ondernemer en regelmatig weg. Daarom gaat het zo goed tussen ons en zien we eruit als een pas verliefd stel, haha.”
Palmboom
“Ik kan veel aan. En toch, soms ben ik jaloers op vrouwen die niets hoeven. Die ’s ochtends opstaan en dan eens bedenken wat ze die dag gaan doen. Of niet. Dat wil ik later ook. Uitslapen, boeken lezen onder een palmboom op een of ander eiland want ik houd enorm van lezen en lummelen. Ja, ik snak naar lui-zijn. Of ik dat kan …”
Schrijf je gratis in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks:
- De nieuwste trends en ontwikkelingen binnen de Horeca
- Culinaire en interieur inspiratie
- Exclusieve content zoals: artikelen, interviews en ondernemersverhalen