'Maak van je horecawerknemers echte ambassadeurs'

Hoe krijg je goede medewerkers aan boord van je bedrijf? En vooral: hoe zorg je dat die goede medewerkers ook blijven? Die vraag lijkt actueler dan ooit in de horeca. De Klok Dranken, een horecagroothandel voor merken als Grolsch, Coca Cola en Red Bull, heeft zich de laatste jaren intensief beziggehouden met aantrekkelijk werkgeverschap.

“Wij zijn, net als veel horecaondernemers, regelmatig op zoek naar goede mensen en die zijn schaars”, vertelt Saskia Leenen van De Klok Dranken. “En als je ze eenmaal hebt gevonden, dan wil je ze ook behouden. De kunst is om als organisatie zo leuk mogelijk te zijn voor een medewerker.”

Wat vindt personeel belangrijk?

De Klok Dranken, een organisatie met 180 medewerkers, kijkt voortdurend naar de topics die leven onder de medewerkers, ook wel ‘employee value proposition’ genoemd. Ofwel: wat vinden mensen belangrijk bij hun werkgever? “Op één staat al jaren het salaris en de arbeidsvoorwaarden”, weet Leenen. “Maar ook doorgroeimogelijkheden en ontwikkeling vinden zij erg belangrijk. Net als een goede werksfeer en een fijn contact met de leidinggevende. Mensen moeten plezier in hun werk hebben.”

*Tekst loopt verder onder het kader.

Investeren in je medewerkers

Voor horecaondernemers liggen er uitstekende mogelijkheden om een goede werkgever te zijn, ziet Leenen. “Eigenlijk zit je als horecaondernemer in een win-win-situatie”, vindt zij. “Je werkt in een hele aantrekkelijke omgeving en als je nieuwe medewerkers veel leert over dranken, dan kunnen zij de klanten beter adviseren, waarmee ze zo veel mogelijk omzet genereren."

"En als ze onverhoopt een keer weggaan, dan zijn ze meteen een ambassadeur voor je organisatie, omdat ze de boodschap verspreiden dat je je bij die werkgever beter kunt ontwikkelen. Onze tip zou zijn om het investeren in je medewerkers nadrukkelijk mee te nemen in je begroting. Wij geloven er oprecht in dat zich dit terugverdient. Alleen, je moet dat durven.” Lachend: “Eigenlijk is dit een oproep tot een beetje lef.”