Peter van der Arend (Arendsnest, BeerTemple, Craft & Draft, BEER Loves FOOD, Amsterdam), Guido Niehaus (Pub ‘84, Wolvega) en Gerrit Verweij (Het Rechthuis Eten en Drinken, Mijdrecht) zijn horecaondernemers die een (bier)winkel openden. De ene al in het voorjaar, de andere twee afgelopen week. Waarom hebben ze deze stap gezet, wat brengt het ze en hoe makkelijk of moeilijk is het openen van een winkel?
Tekst: Gerard Molenaar
Bierwinkel in Wolvega
Drie ondernemers, drie verhalen. Guido Niehaus van Pub ‘84 in Wolvega hield tijdens de eerste horecasluiting nog goede moed. Er was wel wat op te knappen aan de pub en hij ging bierpakketten verkopen en bezorgen. Toen hij begin mei naar Ermelo reed om voor zijn StiBON bieropleiding een bierpakket op te halen, dacht hij: “waarom moet ik een uur rijden om goed bier te kopen?”. Een paar weken later opende hij zijn bierwinkel in Wolvega. Hij besloot de winkel open te houden toen de horeca weer open ging. “We konden na 1 juni niet op volle kracht draaien door de beperkingen, dus ik besloot de winkel open te houden.” <tekst gaat door onder foto>
Guido Niehaus van Pub '84 in Wolvega. Foto: Céline Harkema
Craft & Draft
Peter van der Arend had met Craft & Draft, vlakbij het Vondelpark in Amsterdam een combinatie van winkel en café, maar stopte per 1 januari dit jaar met de winkelfunctie omdat het café prima liep, maar de winkel niet. “Er was te weinig belangstelling. We verkochten growlers met het idee dat mensen die zouden laten vullen en dan het Vondelpark in zouden gaan om ze met elkaar leeg te drinken. Maar die van een liter werden nauwelijks verkocht. Nederlanders zijn kennelijk niet van het delen. Craft ‘n Draft vervult een prachtige functie als buurtcafé, dus we gingen als café verder. Maar ik heb wel een winkelbestemmimg op het pand. Bij de eerste lockdown hebben we alle voorraden van mijn vier cafés verkocht tegen inkoopprijs met een kleine opslag. We hebben veel bieren die je vers moet drinken, dus de voorraad moest weg. Mensen konden bestellen en hun bier afhalen bij het Arendsnest. We hebben toen ook Beer Temple verbouwd. Nu we weer een horecasluiting hebben, heb ik een opnieuw een winkel geopend in Craft & Draft.”
Winkel Het Rechthuis
Gerrit Verweij van Het Rechthuis besloot bij de eerste horecasluiting met een rijdende keuken naar zijn gasten te gaan. Het werd een groot succes. Het weer zat ook mee. Gasten die de keuken voor hun huis hadden staan terwijl vers eten werd bereid, maakten foto’s en filmpjes en deelden die massaal. Voor de tweede lockdown kwam Verweij met iets nieuws. “Twee weken geleden wist ik nog niet dat ik een winkel zou openen”, zegt hij. We wilden iets anders dan afgelopen voorjaar. Toen we op het idee kwamen een winkel te beginnen had ik 2,5 uur later een leeg winkelpand gehuurd en bij de KvK een nevenactiviteit aangemeld Binnen tien dagen hebben we de inrichting geregeld en de winkel gevuld. Op 23 oktober gingen we open. We verkopen 250 bieren van 35 brouwerijen, zo’n 120 wijnen en verder tapas en delicatessen. De eerste dagen liep het meteen storm.”
<tekst gaat verder onder foto>
Peter van der Arend voor zijn winkel Slockdown in Craft & Draft
Geen grote drempel
Drie totaal verschillende verhalen en verschillende concepten. Hoe groot is de drempel om een winkel te beginnen? “Niet groot in mijn geval”, zegt Guido Niehaus. “Een vriend van mij zit in het vastgoed en hij kon snel een winkelruimte voor me regelen. De gemeente werkte ook goed mee. Ik had geen slijterijvergunning, maar ik mocht van de gemeente al open bij het indienen van de aanvraag. Dankzij goede hulp van leveranciers had ik binnen een week mijn assortiment rond. Bovendien factureerden ze de bieren niet meteen, zodat ik tijd kreeg om eerst omzet te maken. Toen de horeca weer openging, werkte ik overdag in de winkel en “s avonds weer in mijn café. Je draait dus dubbele diensten. Tijd is je investering.”
Personeel gehalveerd
Voor Peter van der Arend was het eenvoudig een winkel te beginnen. “Op het pand zit ook een winkelbestemming en ik stond nog ingeschreven bij de KvK als winkel. In drie dagen was alles geregeld. We hebben een goede looproute aangegeven en alles coronaproof gemaakt. Mensen komen langs om bier te kopen en een praatje te maken. Ze mogen het bier helaas niet te plekke drinken. We zijn open van 14.00 tot 19.30 uur en staan met z’n tweeën in de winkel. Alleen zou ook kunnen, maar met z’n tweeën is gezelliger. Sinds de coronacrisis zijn we helaas gehalveerd in personeel. Intussen ga ik weer verbouwen bij Beer Temple. In het voorjaar hebben we een keuken toegevoegd en een hoek voor Uiltje Brewing Company gemaakt, waardoor we een proeflokaal zijn van die brouwerij. Nu gaan we van 30 naar 50 kranen in de huidige koelcel. Via dunne leiding (6,7 mm) gaan we met menggast tappen. We hebben straks 30 Amerikaanse bieren op tap, 10 van Uiltje Brewing Company, 5 van onze eigen brouwerij, Morebeer Brewing en 5 wisseltaps.”
<tekst gaat verder onder foto>
Gerrit Verweij (l.) en compagnon Frank Tulp in de winkel van Het Rechthuis
Voordelen
Voor Guido Niehaus levert de winkel interessante informatie over wat mensen lekker vinden. “Als een bier in de winkel minder goed loopt, zet ik het in mijn café op de kaart. Goedlopende bieren in het café kunnen interessant zijn voor de winkel.” Voor Van der Arend is het vooral van belang zijn voorraden te verkopen. “Voorraad omzetten in liquide middelen, dat is nu belangrijk. Ik heb een voorraad van vier horecazaken, dus het aanbod is groot.” Als specialist in craftbeer biedt hij de klanten van zijn winkel veel exclusieve bieren. Voor Gerrit Verweij is het wat vroeg om conclusie te trekken. “Het liep storm, het eerste weekend. Heel veel van mijn gasten kwamen langs, maar juist ook veel nieuwe mensen.” Het belangrijkste voordeel is voor de ondernemers dat ze contact houden met hun gasten, hun personeel aan het werk te houden en in ieder geval nog omzet te maken tijdens de sluiting, hoewel het de enorme omzetderving niet goed maakt.
Slockdown, de winkel in Craft & Draft
Huisbier
De drie ondernemers hebben verschillende soorten horeca, maar ze hebben alle drie een huisbier. Niehaus laat het brouwen bij Brouwdok in Harlingen. Van der Arend heeft zelf een brouwer in dienst en brouwt met zijn huurbrouwerij Morebeer Brewing bij - en in samenwerking met - andere brouwerijen, zelfs een brouwerij in Italië. Verweij heeft een huisbier en voorziet ook andere ondernemers van huisbieren. Hij heeft Rechthuis Bierbrouwerij opgericht en is nu een huurbrouwer die bier laat brouwen bij Spierbierbrouwerij in Mijdrecht en bij De Leckere in Utrecht.
Via hun winkel kunnen de ondernemers ook hun huisbier verkopen. Van der Arend liet in het voorjaar fusten afvullen op fles in samenwerking met Bottel Amsterdam. Verweij kreeg vlak voor de sluiting 34 pallets met fusten bockbier binnen, maar daar kan hij door de langere houdbaarheid nog even mee doen als de horeca weer open is.
Het bieraanbod in de 'plop-up' winkel van Het Rechthuis
Bezig blijven
De vraag is wat de winkel als nevenactiviteit oplevert. Is het überhaupt zinvol? De drie ondernemers zijn eensgezind: het compenseert het omzetverlies een beetje en je blijft bezig. Verweij is positief. “Ik zie altijd kansen. Je moet durven ondernemen. Ik heb de winkelruimte voor 6 maanden gehuurd met optie op nog eens zes maanden. We gaan nu ook afhaalmaaltijden verzorgen, want ik heb op loopafstand een keuken en ik heb koks in dienst. Die kan ik zo aan het werk houden. Bovendien is het belangrijk dat we onze gasten blijven zien.”
Van der Arend is ook positief. “We gaan het redden. Maar wat ik in 20 jaar heb opgebouwd is weg. Ik moet weer helemaal opnieuw beginnen.”
Niehaus zegt eerlijk dat hij bij de tweede horecasluiting wel even laag in zijn energie zat. “Het was een gigantische klap”. Maar ook hij raapte zichzelf bij elkaar en heeft alweer ideeën. “We gaan met 12 horecaondernemers een kalender maken en verkopen. En verder sta ik in de winkel, waar ik ook platen draai. Sommige gasten komen regelmatig een paar biertjes kopen in plaats van in een keer alles te halen. Gewoon omdat ze een praatje willen maken. Het is goed om bezig te blijven en met je gasten contact te hebben.”
“Je moet in het zicht van je gasten blijven”, zegt ook Van der Arend. “Als je niets doet ben je van de radar. Het kost misschien geld, maar je krijgt een sterke band met je vaste gasten.” Ook Verweij vindt dat laatste het belangrijkst.
Het winkelinterieur van Pub '84 in Wolvega
.jpg)