Wanneer is een medewerker een horeca vakkracht? En wanneer niet? Als werkgever wil je dit graag weten, omdat een vakkracht een ander loon ontvangt dan een niet-vakkracht. Dit is het verschil!
Om in de horeca van een vakkracht te kunnen spreken, moet een medewerker aan een aantal voorwaarden voldoen. Sowieso is een vakkracht achttien jaar of ouder. Daarnaast moet de medewerker voldoende ervaring in dezelfde functie hebben opgedaan én dit kunnen aantonen met loonstroken. Deze ervaring kan ook bij een andere werkgever zijn opgedaan. Maar wat is dan voldoende ervaring? Een medewerker is vakbekwaam als hij of zij 1976 uur, ofwel 247 dagen van 8 uur, ervaring in dezelfde functie heeft opgedaan. Ook een erkend vakdiploma voor de betreffende functie toont aan dat een medewerker vakbekwaam is.
Het verschil tussen een vakkracht en een niet-vakkracht zit vooral in de hoogte van het loon. Een vakkracht heeft namelijk recht op het basisloon van de schaal die hoort bij zijn / haar functiegroep. Een niet-vakkracht ontvangt minimaal het wettelijk loon. Is een vakkracht jonger dan 21 jaar? Dan heeft hij / zij recht op een percentage van het vakkracht basisloon dat bij zijn / haar leeftijd hoort. Een niet-vakkracht die nog geen 21 jaar is, ontvangt het cao-jeugdpercentage op het wettelijk minimumloon.
In tegenstelling tot een vakkracht heeft een niet-vakkracht geen recht op feestdagenregeling. Verder zijn er eigenlijk geen verschillen. Voor zowel een vakkracht als een niet-vakkracht geldt dat je elk soort arbeidsovereenkomst met hem / haar kunt afsluiten. Kortom: medewerkers in alle categorieën, dus ook seizoens- en invalkrachten, kunnen worden ingedeeld als vakkracht of niet-vakkracht.