Komen de roaring twenties terug in horecadesign?
Als we trendwatchers mogen geloven, komen we straks terecht in een nieuwe, uitbundige roaring twenties. Gaan we dat ook zien in horecadesign? “Het wordt een tijd dat uitgaan weer écht uitgaan wordt.”
Tekst: Carolien Dircken en Iris Kranenburg
Designbeurs
Jeroen Junte heeft het gemist: Del Salone del Mobile, de jaarlijkse toonaangevende designbeurs in Milaan. “De barometer in ons vakgebied”, zegt hij. “Omdat door corona beurzen niet doorgaan en ontwerpers nu voorzichtig zijn met het lanceren van producten, konden we afgelopen jaar bijna niks zien.”
Uitbundigheid
Toch heeft hij als ervaren designjournalist en -kenner wel een idee waar horecadesign naartoe gaat. “Trendwatchers trekken nu veel paralellen met de roaring twenties, de uitbundige jaren met veel feesten.” Er heerste een sfeer van optimisme, met een vleugje glamour. Een breuk met traditie. Junte: “Het was een reactie op de Eerste Wereldoorlog en Spaanse griep. Mensen wilden weer genieten en namen een hedonistische levensstijl aan. De verwachting is dat dit na corona ook gaat gebeuren.” Volgens hem zullen we het in de horeca terugzien. “Eigenlijk zag je afgelopen jaren in Nederland al een flirt met art deco, een stijlbeweging die ontstond tijdens de roaring twenties en staat voor luxe en goede kwaliteit. Die trend zal door corona nu versnellen.”
Kenmerkend is het gebruik van messing, pluche, natuursteen, klassieke en chique materialen en abstracte decoraties, legt Junte uit. “Een hoop kleur, en ranke en organische vormen met veel patronen.” Junte benadrukt dat art deco allerlei stromingen kent en dat het een ‘eclectische stijl’ is. “Neem restaurant Felix in het gebouw Felix Meritis in Amsterdam, ontworpen door i29, of het nog te openen bioscoopconcept TheAnyThing staat. Verschillend, maar tóch allebei art deco. Of kijk naar de bedrijven die Paul Linse ontwerpt. Die zijn vaak ingetogen met warme materialen. Ik zie dat als de nieuwe zakelijke art deco.”
Eigen jaren twintig
Linse, designer van o.a. Rijks*, Lier (Amsterdam) en Pillows Hotel (o.a. Zwolle): “Overal wordt inderdaad verwachtingsvol uitgekeken naar een periode van uitbundigheid, zoals in de roaring twenties. Ik denk dat wij onze eigen jaren twintig krijgen, met klassieke invloeden, maar veel kleurrijker en caleidoscopischer dan het stemmige art deco. Het wordt een tijd waarin uitgaan weer écht uitgaan wordt. Ik hoop dat mensen zich weer eens mooi gaan aankleden als ze naar het theater of restaurant gaan.” Dat was een paar jaar geleden totaal anders, weet Junte. “Toen zag je een wat informelere designstijl. Het bekende Berlijnse sfeertje, met krijtborden, oude tafels en veel vintage. Mensen willen nu weer op een goede, comfortabele stoel zitten. Én ze willen wat anders dan thuis.”
Linse vult aan: “Mensen hebben ontdekt dat ze thuis ook prima ‘uit eten’ kunnen. Horecazaken hebben concurrentie gekregen van de woonkamer en tuin. Daarom moeten ze niet alleen goede kwaliteit bieden in de keuken, maar ook denken aan een uitbundig interieur dat onderdeel is van de beleving.” Dat betekent niet klakkeloos de trend volgen die voor corona al was ingezet, waarschuwt Linse: “Al jaren zien we interieurs met ‘luxere’ materialen, zoals messing, velours en marmer. Misschien wel als tegenreactie op de crisis uit 2008.
Het gevolg is dat alles een beetje op elkaar is gaan lijken. Nu staat Pinterest vol met wilde behangetjes. Ook daarmee ga je het niet meer winnen van de woonkamer.” Wat wel werkt? “Dat kan al iets kleins zijn. Verf je plafond eens in een mooie kleur”, tipt hij. “We ontkennen al veel te lang wat een mooi plafond kan doen met een ruimte.” Zelf zoekt hij in zijn ontwerpen altijd naar de juiste balans tussen spanning en rust. “Waar dat ‘m in zit, verschilt per ruimte. Maar alleen maar monumentale rust werk niet. En teveel spanning ook niet.”
‘Wij krijgen een eigenzinnige revival van de jaren twintig’
Revival
Ook Michel Ruijgrok van designbureau ESTIDA verwacht op interieurgebied een moderne, eigenzinnige ‘revival’ van de jaren twintig en vijftig. “Met bekende, klassieke invloeden uit die tijd, maar vooral met veel warmte en een uitgesproken stijl, waarin je jezelf kunt laten zien. Ik denk dat we veel mooi, houten vakwerk gaan zien, maar ook passende kleuren en zachte materialen zoals fluweel. Na een onzekere periode, die unheimisch voelt, hebben mensen daar behoefte aan. Een beetje die warmte zoals bij je grootmoeder.”
Ruijgrok ziet dat er een duidelijke overgang heeft plaatsgevonden van een basic, strakke, industriële interieurtrend, naar een warme, luxe en barokke periode. “Maar niets is stijlvast: je mag mixen, het mag schuren”, zegt hij. “Interieurtrends gaan in golfbewegingen, net als bij mode, maar duren wat langer. Ik hoop dat deze crisis nog meer bewustwording brengt op het gebied van duurzaamheid. Dat we goede, degelijke meubels en materialen blijven gebruiken en niet voor elke trend met kunststofwegwerpartikelen werken. “Hij vervolgt: “Door elke paar jaar meubels opnieuw te laten stofferen, de ruimte anders in te delen, de kleur en verlichting in je zaak aan te passen, krijg je een eigen verzameling. Dát is onderscheidend.”
Op de hoogte blijven van alle designtrends in de horeca? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Schrijf je gratis in voor onze nieuwsbrief en ontvang wekelijks:
- De nieuwste trends en ontwikkelingen binnen de Horeca
- Culinaire en interieur inspiratie
- Exclusieve content zoals: artikelen, interviews en ondernemersverhalen