Wat is het geheim van nieuwe hippe Italiaanse restaurants?

In Amsterdam, Utrecht, maar ook in Groningen, Breda en het Zuid-Hollandse Berkel en Rodenrijs: opvallend veel nieuwe Italiaanse restaurants openden de afgelopen maanden de deuren. Allemaal hebben ze authentieke Italiaanse klassiekers (al dan niet met een eigen twist) op de kaart, Italiaanse wijnen en likeuren en bijna allemaal een extravagant interieur.

Minimaal ondernemersrisico

Leonardo Pacenti, eigenaar van het bekende restaurant Toscanini in Amsterdam, dat in 2025 veertig jaar bestaat, begrijpt wel waarom horecaondernemers ‘en masse’ voor dit concept kiezen. “De Italiaanse keuken is ontzettend veelzijdig, heel erg lekker en wereldwijd geliefd.” Zelf eet hij, waar hij ook is, altijd een keer Italiaans. “Ik houd van allerlei buitenlandse keukens, maar na drie dagen wordt het weer tijd voor een goed bordje pasta.” 

Italiaanse gerechten zijn toegankelijk, herkenbaar. Een Italiaans restaurant trekt altijd gasten. “Dat maakt het ondernemersrisico minimaal”, zegt Pacenti. Bovendien, voegt hij toe: “Wie het slim doet, kan op goede marges rekenen. In een tijd dat de horeca wel omzet draait, maar nauwelijks winst boekt is dat natuurlijk een interessante factor.”

Elke avond vol is een voorwaarde

Voor Joost Stift, mede-eigenaar van het nieuwe Nonna’s Cucina in Berkel en Rodenrijs, is dat inderdaad een van de redenen geweest om voor een Italiaans concept te kiezen. “Ja, daar ben ik eerlijk in. Authentieke Italiaanse gerechten zijn margepakkers. Goede bloem en olijfolie van hoge kwaliteit zijn bijvoorbeeld al de basisingrediënten voor een goede pasta.” Toch heeft hij samen met de andere eigenaren van de RW Horeca Groep ruim twee jaar nagedacht over een passend concept voor het restaurant.

*Tekst gaat verder onder de foto.

"Dit pand heeft plek voor 135 gasten. Om de bedrijfsvoering rendabel te krijgen, moet je elke avond vol zitten.” Tijdens een inspiratietour door Londen raakte hij onder de indruk van de Italiaanse restaurantconcepten van Big Mamma Group. “Authentieke Italiaanse gerechten met een twist, dat zou wat voor ons kunnen zijn, maar dan wel in de vorm van shared dining. Zelf ben ik groot fan van eten delen, ik houd van de interactie die je dan met elkaar hebt, dus de vraag was: zou een shared dining-concept aanslaan in Berkel? We zitten hier immers niet in de Randstad. Marktonderzoek wees uit dat we daarmee de eerste in de omgeving zouden zijn. Sinds de start is het een succes.”

Over de top interieur

“De gast van nu - toerist én local - zoekt steeds meer naar een duidelijk concept”, meent ondernemer Benjamin van Roekel. Hij opende in Amsterdam La Nostra Gigi, een groot Italiaans restaurant met een over de top interieur en aparte cocktailbar. “Shared dining is in Amsterdam allang gemeengoed en shared dining Italiaans is herkenbaar, breed toegankelijk en economisch interessant voor een pand met 600 vierkante meter oppervlakte en 150 zitplaatsen op het terras.”

De helft van de doelgroep van La Nostra Gigi is lokaal en in de leeftijd van 22 tot 29 jaar. “Die komt voor de totale ervaring en moet je blijven verrassen met een regelmatig wisselende menukaart, een bijzondere bordopmaak, tafelbereidingen, cocktails én een spraakmakend interieur.”

*Tekst gaat verder onder de foto's van La Nostra Gigi.

Relevant voor jongeren

Goed en lekker eten is de basis, maar de ondernemers van de Italiaanse restaurants van nu zien dat er meer nodig is om relevant te zijn voor een bredere - lees jongere - doelgroep. Van Roekel: “Het moet spannend zijn. Ons extravagante interieur gaat bijvoorbeeld viral op TikTok en scoort ook op andere socialemediakanalen. Less is more gold lange tijd voor het interieur van Italiaanse restaurants, maar dat is echt passé.”

Stift vult aan: “Dat geldt ook buiten de Randstad. Om avond aan avond een volle bezetting te hebben, liften wij mee op die trend en kreeg Nonna’s Cucina een kleurrijk en druk interieur met veel bloempatronen, planten en opvallende accessoires.”

Kwaliteit soms ondergeschikt

Pacenti ziet deze ontwikkeling ook in andere landen. Toch verbaast hij zich erover dat sommige ondernemers de kwaliteit van het eten ondergeschikt maken aan de bezettingsgraad van hun zaak. “Natuurlijk, uiteindelijk bepaalt de gast het succes van jouw zaak en richt je je met jouw restaurant op een zo breed mogelijke doelgroep. Jongeren volgen de trends op de socials. Daar baseren ze hun keuze voor een restaurant op."

"Een extreem interieur dat ze op TikTok spotten, willen ze ook zien om erbij te horen en erover mee te kunnen praten. Ik vind het jammer dat het bij deze doelgroep niet louter om de mooie smaken van bijvoorbeeld een verse pasta aglio e olio gaat. Gelukkig is dat bij een ander deel van de doelgroep, waaronder de zakelijke gast, wel het geval. Ook die zit graag in een modern restaurant, maar waardeert vooral de goede wijn en spijs.”

Italianen in de keuken

Gasten komen terug voor de totaalbeleving en dus óók voor het eten. Dat moet gewoon goed zijn, vindt Van Roekel. “Onze koks - Italianen afkomstig uit onder andere Rome en van Sicilië - bereiden onder leiding van executive chef Richard Way (o.a. Envy, Le Garage) met liefde en passie authentieke Italiaanse gerechten. Veel van de benodigde ingrediënten kopen we in bij hoogwaardige Italiaanse leveranciers. Voor de pizza’s werken we met een moedergist. Alle wijnen die we schenken komen uit Italië en we schenken onze eigen limoncello’s en amaro’s.” In totaal serveert La Nostra Gigi 1.200 tot 1.500 couverts per week. “We moeten echt wel volume draaien om winst te kunnen maken.”

Hogere marges broodnodig

Nonna’s Cucina voert een toegankelijke lunch- en dinerkaart met klassiekers uit de Italiaanse keuken. “We geven er een eigen twist aan en serveren porties ter grootte van een tussengerechtje. Pizzettes van 150 gram deeg bijvoorbeeld. Gasten kiezen bij ons al snel voor vier gangen.” Voor Stift ligt de focus nu op omloopsnelheid, maar hij denkt na over meer tafelbereidingen en live cooking in de toekomst.