De White Lady is een van de minder bekende, klassieke gincocktails, die overtuigt door zijn toegankelijkheid, frisheid, body en balans. Er zullen weinig gasten zijn die deze fluffy gin sour met sinaasappel niet lekker vinden. Een cocktail met slechts drie (of vier, of …) ingrediënten, waarmee je eindeloos kunt variëren.
Tekst: Ingmar Voerman
Zoals bij de meeste cocktailklassiekers, denk aan de martini en de manhattan, gaan er meerdere verhalen de ronde over het ontstaan van de White Lady. Het allereerste recept gaat terug naar 1919, waar de Schotse bartender Harry MacElhone bij Ciro’s Club in Londen ‘zijn’ White Lady maakte van gelijke delen triple sec, crème de menthe wit en citroensap. In 1929 verving MacElhone de crème de menthe door gin, inmiddels in Harry’s eigen New York Bar in Parijs.
Cocktailmekka The American Bar van het Savoy Hotel in Londen claimt op zijn beurt de geboorteplaats te zijn van deze gincocktail. De uitvinder zou Harry Craddock zijn, die het cocktailrecept publiceerde in 1930 in The Savoy Cocktail Book. Dit recept had gelijke delen gin, triple sec en citroensap – toen nog zonder de toevoeging van eiwit.
Dit vooraanstaande lid van de familie van de sour-cocktails weet het zoete en fruitige karakter van triple sec succesvol te combineren met het kruidige en krachtige van gin. Citroensap dient als frisse tegenhanger. Het gebruik van eiwit zorgt voor een luchtige, romige textuur en een mooie witte kleur. De originele recepturen zijn zonder eiwit, maar dit is een essentiële toevoeging voor zowel de smaak, de textuur, de kleur en de mooie schuimlaag op de cocktail. Het eerste geschreven recept van een white lady met eiwit stamt dan weer uit 1946, in The Stork Club Barbook van Lucius Beebe.
De verhoudingen van deze cocktail zijn echt in te vullen naar eigen smaak, maar onderstaand recept drinkt het lekkerst weg. Dry shake de cocktail, of je dit ‘reverse dry’ wilt shaken of ‘gewoon’ is zelf in te vullen. Als de cocktail maar fluffy wordt.
Ongerijpte r(h)um (agricole), pisco, jenever of moderne gins zijn leuke variaties. Met cognac wordt het een sidecar, met tequila een margarita – die je beter met limoen kan maken.
Er zijn veel sinaasappellikeuren, maar Cointreau werkt wel echt goed in deze cocktail. Desalniettemin kun je variëren met Orange Curaçao-likeuren en Italiaanse citruslikeuren. Het kan zeker werken, experimenteer. Campari? Waarom niet, een vleugje kan altijd.
Vervang het citroensap voor grapefruitsap, mandarijnsap of yuzusap voor een andere citrusfruitbasis. Zie hoe elk sap net anders samengaat met de gin en triple sec in deze cocktail. Ook leuk voor een tropische twist: kalamansi. Vervang de gin dan ook gelijk voor een witte rum.