Wat is de toekomst van hysterische horeca?

Designer Will Erens van ontwerpbureau Too Many Agencies staat bekend om zijn uitbundige ontwerpen. ‘Less is poor’, is niet voor niets een van zijn gevleugelde uitspraken. De interieurs van onder andere La Nostra Gigi, The Siren en Secret Garden in Amsterdam en The Peacock in Zwolle zijn van zijn hand. “We krijgen wel drie aanvragen per week, vanuit heel Nederland”, zegt hij over de hysterische horecatrend, die volgens hem nu ook doorsijpelt naar de provincie. “Momenteel zijn we bezig voor twee zaken in Rotterdam, één in Hilversum en één in het Noord-Limburgse Plasmolen.”

Langdurige ontwikkeling

Ook al deze zaken krijgen een spraakmakend en bruisend ontwerp. Volgens Erens creëer je met zo’n interieur een gevoel van FOMO (Fear of Missing out). “Commercieel slim, want zo genereer je in de kostbare opstartperiode veel klandizie en dus omzet.” Hysterische horeca is here to stay, meent de designer. 

Hij spreekt dan ook niet over een trend, maar over een langdurige ontwikkeling. “De wortels van hysterische horeca liggen al decennia terug. Er is weinig hysterischer dan het oude, Jordanese café, met Perzische tapijtjes op tafel, barkrukken met roodfluwelen bekleding en lampenkappen met franjes.”

*De tekst gaat verder onder de foto.

Inspiratiebronnen

Dat merken ze ook bij Satelliet hospitality furniture, zegt marketingdirecteur Roy Keultjes. “Franjes, glitters, volgestoffeerd meubilair, kleuren, bloemen, strepen, spiegels, prints … het spettert nog altijd flink op de moodboards waarmee veel ondernemers bij het bedrijf binnenstappen. “Vaak zijn zaken in Amsterdam, Rotterdam of wereldsteden als Londen en New York een inspiratiebron”, vertelt Keultjes.

“Natuurlijk moet zo’n extravagant interieur wel passen bij het concept en de ondernemer. Maar is dat het geval, dan gaan we helemaal los. Voor onze designers is zo’n ontwerp natuurlijk ook een feestje.” Volgens hem zitten we nog midden in de golf van de hysterische horeca. “Voorlopig is er nog veel vraag naar, ook buiten de Randstad.” Zo openden eerder in Breda het over de top restaurant The Streetfood Club en in Amersfoort Dolle Diva.

^The Streetfood Club Breda (links) en Dolle Diva in Amersfoort (rechts)

Niche

Voor zaken met een spectaculair interieur zal voorlopig nog wel animo blijven, verwacht ook trendwatcher Gijsbregt Brouwer. Samen met Maartje Nelissen introduceerde hij ruim een jaar geleden in Bekt Lekker de Podcast de term hysterische horeca. “Een bepaalde doelgroep – veelal eind twintigers en begin dertigers – bezoekt een zaak in de eerste plaats voor de pracht en praal. Fotootje of video maken, op Instagram en TikTok knallen en door naar de volgende zaak. Zien en gezien worden is voor hen de belangrijkste reden om zaken te bezoeken. Zoals vroeger de legendarische zaken Yab Yum en Supperclub.”

Maar deze categorie horeca blijft volgens Brouwer wel een niche. En daarin schuilt een gevaar, meent hij. Met name voor zaken buiten de grote steden: “Gasten ervaren echt een wow-factor als ze de eerste keer binnenstappen. Maar vaak is dat niet genoeg voor een volgend bezoek. Geen punt voor zaken in Amsterdam, die kunnen prima teren op éénmalige bezoeken van toeristen, maar een restaurant in de regio moet meer bieden dan alleen een overdonderend interieur.”

Bij hysterische horeca is vaak flink geïnvesteerd in het interieur. Zo kostte de aankleding van restaurant Bacchanalia in Londen - dat in 2022 opende - ruim 87,5 miljoen euro. Het is daarmee het duurste restaurant ter wereld. Brouwer: “Met zulke bedragen duurt het jaren voordat je je investeringen terugverdiend hebt. Als je het dan moet hebben van dagjesmensen, of de trend is over vijf jaar passé, dan heb je een probleem. Al met al is het een riskant businessmodel.”

*De tekst gaat verder onder de foto's.

^ Ruby Rose in Utrecht (links) en By Ami in Den Haag (rechts)

Tegenbeweging

Het is inderdaad een uitdaging om met een hysterisch interieur gasten steeds opnieuw te verrassen, denkt Keultjes: “Het mooie aan dit type interieur is wel dat je er alle kanten mee op kunt. Ondernemers met deze zaken moeten het vooral zoeken in extra beleving binnen het thema, met events en entertainment. En geregeld van kaart wisselen is natuurlijk essentieel.” Ziet hij al een tegenbeweging ontstaan? “De vraag naar items in een meer sobere, Scandinavische stijl groeit wel. Meubels van hout en andere natuurlijke en duurzame materialen zijn meer in trek. Of dat een tegenbeweging is, is gissen. Maar het één hoeft het ander niet uit te sluiten.”

*De tekst loopt door onder het groene kader.

Kentering

De laatste tijd openen vaker zaken die afgeleid zijn van de hysterische interieurs, merkt designer Erens: “Bisous in Amsterdam is een goed voorbeeld. Net iets minder over de top, maar wel een ontwerp dat in elk detail verrast.” Volgens Brouwer ligt de hysterische horecatrend nog niet op het kerkhof, maar hij ziet wel een kentering. “Het hoogtepunt van de blingbling-fase ligt wel achter ons. Nieuwe zaken, zowel in Nederland als in het buitenland, hebben vaker juist een clean interieur, met veel nude tinten, licht houten meubels en een Ibiza-achtige vibe. Chiquer dus dan de cleane Brooklyn-interieurs die we vijftien jaar geleden zagen, met biertafels en schroothouten krukjes.”

Hij noemt als voorbeeld de nieuwe zaken van 1NUL8 (o.a. Let’s Meat) in Rotterdam. “De jongens daarachter zitten meestal bovenop de trends. Tegelijkertijd zijn ook de Amalfisfeer, space-achtige vibe en interieurs met red velvet met marmer in opkomst. Al die trends kunnen naast elkaar bestaan.” Of de hysterische interieurs nu wel of niet op hun retour zijn; de gevolgen van de trend staan volgens Erens als een paal boven water: “Het interieur is geen ondergeschoven kindje meer. De branche heeft in de gaten dat inrichting minstens zo belangrijk is voor gasten als service en de kwaliteit van het eten.”

Zo ver wil Brouwer niet gaan: “Alleen een extravagant decor volstaat niet. Maar we zitten, mede dankzij de hysterische horecatrend, wel op het niveau dat een goed doordacht en uitgevoerd interieur een basisvoorwaarde is voor een succesvolle zaak. De lat ligt absoluut hoger dan tien jaar geleden.”