Vincent van Dijk: 'Mixed-use buildings zijn interessante trend voor horecaondernemers'

Vincent van Dijk

Vincent van Dijk: 'Mixed-use buildings zijn interessante trend voor horecaondernemers'

Trendforecaster Vincent van Dijk ziet een populaire stadsontwikkeling ontstaan: mixed-use buildings. Wonen, werken, winkelen en wellness in één complex is een oplossing voor veel problemen. Mixed-use buildings zijn dan ook een grote trend en een interessante ontwikkeling voor horecaondernemers.

Het heeft iets futuristisch, als je door het net geopende Mix Brussels loopt. Door de James Bond-achtige hal flaneren hotelgasten met rolkoffers, breedgeschouderde boys met sporttassen, laptoppers met een koffiebeker en zakenlui met badge door elkaar over de grote trappen. Alsof het een ruimteschip is op grote afstand van de aarde, waar mensen een nieuw leven hebben opgebouwd. Maar het is het omgebouwde monumentale hoofdkantoor van verzekeraar Royale Belge, waar kantoren, evenementenlocaties, werkplekken, restaurants, bars, een hotel, een bibliotheek en een reusachtige gym met zwembaden zijn gehuisvest. Ook zijn er studio’s waar je langere tijd kunt wonen.

*De tekst gaat verder onder de foto.

Brussels-Mix-^ Het net geopende Mix Brussels

Woontorens met verschillende doeleinden

Dichterbij hebben we The Valley op de Amsterdamse Zuidas, waar onder meer appartementen, retail, kantoren, restaurants (Nela, Green Gastrobar) en een expositieruimte zijn verbonden door een groene vallei. En ook de nieuwe Y Towers in Amsterdam-Noord is een goed voorbeeld met een woontoren en een hoteltoren van Maritim Hotel Amsterdam waarin onder meer een enorm congrescentrum, een rooftopbar, een wellnesscentrum en 579 hotelkamers zijn gehuisvest. Er zijn vier restaurants: van een Weens woonkamerrestaurant tot een Japanner, van een high-end buffetrestaurant tot het hoogste restaurant van Amsterdam.

*De tekst gaat verder onder de foto.

Valley-Amsterdam-Green-Gastrobar
The Valley op de Amsterdamse Zuidas, gemaakt door Marcel Steinbach

Duurzaam en flexibel

Het is een populaire manier van stadsontwikkeling, want het is duurzaam. Je beperkt het aantal verkeersstromen, maakt slimmer gebruik van energie en de ruimte, zeker als je de hoogte in schiet. Bovendien is het flexibel, want de gebouwen worden vaak zo gemaakt dat het gebruik in de toekomst aangepast kan worden. Voor investeerders is het een veiligere manier van beleggen, door de verschillende inkomstenstromen en voor een gemeente is het fijn om de sociale cohesie en de veiligheid in een gebied te vergroten.

Je kunt ervoor kiezen om gebouwen te maken voor een specifieke doelgroep, maar er wordt volop geëxperimenteerd met gebouwen waar bijvoorbeeld studenten en ouderen door elkaar heen wonen of multigenerational family houses, waarbij zowel de opvang van kinderen als de zorg voor ouders eenvoudiger is te organiseren.

'De kunst is om service aan te bieden waar gebruikers niet omheen kunnen'

Service en gastvrijheid

Voor de restaurants en bars is het fijn om te weten dat je in zo’n ‘stad binnen een stad’ een gegarandeerd aantal potentiële gasten hebt. Overdag ‘kantoorgangers’ of winkelend publiek en ’s avonds bezoekers en bewoners. Omgekeerd is de aanwezigheid van goede horeca voor zo’n project ook van groot belang, omdat dit ziel en kwaliteit geeft.

De kunst is om services aan te bieden waar de gebruikers niet omheen kunnen. Bijvoorbeeld door te bezorgen binnen het gebouw, kwalitatieve kant-en-klaarmaaltijden aan te bieden of te zorgen dat de favoriete cappuccino van een bewoner al klaarstaat. Want in de gebouwen van de toekomst draait alles om service en gastvrijheid.

Vincent van Dijk

Vincent-van-Dijk-1Vincent van Dijk is trendforecaster op het gebied van hospitality en food. Daarnaast is hij partner van marketingbureau HBMEO en columnist van Entree Magazine.

 

Artikel delen