Het rommelt in vegan horecaland. Steeds meer plantaardige zaken sluiten, terwijl andere juist floreren. Dit jaar gingen acht zaken in Amsterdam dicht (o.a. Yoghurt Barn en LOKOL) en sloot de succesvolle keten Vegan Junk Food Bar de vestiging in Eindhoven. Wat is er aan de hand? We vroegen het Maartje Nelissen, duurzaam ondernemer (o.a. Plant FWD, The Food Line-up) en jurylid van de Entree Awards 2023.
Tekst: Madelief de Weerd
Foto: Interieur Karma Kebab in Utrecht
'Go vegan or go home' en 'The future is vegan', luiden de slogans van franchise onderneming Vegan Junk Food Bar. De up-coming keten Sababa heeft daarentegen een andere aanpak. Ze zijn vegan, maar roepen dit niet zo luid. 'Comfort food, maar dan beter voor de wereld, en voor jou', lees je op hun website.
Welke aanpak is effectiever? Als we het duurzaam ondernemer Maartje Nelissen vragen, denkt zij dat veel ‘groene’ marketing niet-vegans afschrikt. “Als je uit eten gaat, kom je in eerste instantie voor lekker eten en een gezellige avond uit. De meeste gasten willen dan niet geconfronteerd worden met duurzaamheid. Máár er liggen genoeg andere kansen om te verduurzamen.” 0,7% van de Nederlanders eet vegan en 5% vegetarisch. Restaurants die dus veel vega(n) communiceren, sluiten een grote doelgroep van 94% buiten. Dat is zonde, vindt Nelissen. “De helft van de tijd zijn de meeste mensen hier helemaal niet mee bezig. Daarom denk ik dat er in de toekomst meer ruimte is voor vega(n) zaken die een breder publiek aanspreken in hun marketing.”
Volgens Nelissen zijn er een aantal plantaardige restaurants die deze marketing goed begrepen. Je eet hier duurzaam, maar dit wordt niet continu gecommuniceerd.
Neem bijvoorbeeld het vegetarische restaurant Café Beurre in Amsterdam. Met de linnen gedekte tafels en mooi opgemaakte borden voelt het bijna alsof je decadent dineert in een Franse bistro. “De focus ligt hier op de sfeer van de zaak, de mooie wijnen en het eten. Tegelijkertijd maken gasten een duurzame keuze. Slim uitgewerkt”, zegt Nelissen.
Eén van de grootste vega(n) clichés is volgens de duurzame onderneemster de kleur groen. Een plantforward merk dat alles behalve de kleur groen is, is Karma Kebab. Het heeft foodtrucks op festivals, producten in supermarkten en een eigen zaak in Utrecht. “Een vlot, edgy en kleurrijk merk. Nergens communiceren ze vega(n), terwijl je hier goddelijke 100% plantpowered kebabs eet met héél veel saus. Vet lekker!”
Verkozen tot het beste plantaardige restaurant ter wereld is De Nieuwe Winkel in Nijmegen. Wat Nelissen opvalt bij DNW is dat het gaat om ontdekken, experimenteren en de kunst van lekker eten en drinken. "DNW heeft het daarom ook niet over vegan maar over botanische gastronomie en zeggen hier zelf over: 'Wij maken van doodgewone planten vingeraflikkende gerechten.’ Ik ben niet de enige die daar trek van krijgt, want een reservering hier bemachtigen is net zo lastig als bij de Librije*** in Zwolle."
Links: gerecht van Café Beurre in Amsterdam
Rechts: gerecht van het plantaardige merk Karma Kebab
In 2024 hangt de toekomst van vega(n) in de horeca dus af van het vermogen om gasten te verleiden, ongeacht dieetvoorkeuren. Nelissen adviseert dan ook: “Richt je op de algehele ervaring, smaak en presentatie. Benoem dan, op een positieve en oprechte manier die past bij jouw concept, wat diervriendelijker of duurzamer is zonder te vervallen in clichés. Vermijd hierbij het woord vega(n) en gebruik in plaats daarvan termen als ‘veggie’, ‘100% plants’ of ‘plant-forward’. Zo geef je gasten het gevoel dat ze iets geweldigs kiezen en niets missen.”